Schrijvers archief Sven van den Dungen

doorSven van den Dungen

Door corona versoepeling meer studenten en scholieren?

Dit jaar zijn de fiscale regels voor studenten en scholieren versoepeld vanwege de corona crisis. Wat betekent dit en gaat u nu ook meer studenten en scholieren inzetten?

Dankzij corona crisis meer studenten?

Meer studenten dankzij de corona crisis?  Door de corona crisis werden er extra mensen ingezet of werd er extra overwerk gemaakt in verschillende branches, vooral in belangrijke beroepen.  Hiervoor werden ook schoolkinderen en studenten ingezet.  Er zijn speciale maatregelen getroffen om onverwachte nadelige gevolgen voor hen te voorkomen.  Wat zijn dat, hoe kunt u ze gebruiken en van welke andere bijzondere voorzieningen kunt u gebruik maken? 

Geen maximaal aanvullend bijverdiensten.
Dit jaar kunnen studenten onbeperkt bijverdienen zonder dat dit gevolgen heeft voor hun studiefinanciering.  Het maximumbedrag was tot dit jaar € 14.682,96.  Dit zorgde voor een aanzienlijke beperking voor studenten in het mbo, hbo en hoger onderwijs die nog onder het oude beurzenstelsel vielen.  Toen er meer werd verdiend, werd dat extra deel van hun studiefinanciering gekort en werkten ze eigenlijk “voor niets”.  In 2020 zullen ze niet langer worden getroffen door deze beperking. 

Ook voor kinderbijslag!
Kinderen van 16 of 17 jaar kunnen vanaf 1 januari 2020 onbeperkt bijverdienen zonder de kinderbijslag in gevaar te brengen.  Dit heeft echter niets te maken met de corona crisis.  Kinderen tot 16 jaar mochten onbeperkt bijverdienen.  Deze uitbreiding is niet alleen dit jaar geldig, maar is permanent.  De verlenging is een grote opluchting, omdat de ouders van het kind de ontvangen kinderbijslag dit jaar volledig moesten terugbetalen als het maximum voor bijverdienste werd overschreden.

Scholieren- en studentenregeling

Het zou zomaar kunnen dat de hiervoor genoemde versoepelingen ertoe leiden dat zich dit jaar meer studenten en scholieren melden voor vakantiewerk. Er is immers geen financiële rem meer als er teveel wordt verdiend. 

Schriftelijk aanvraag.
Als je het programma wilt toepassen op de student, moet hij of zij je een schriftelijk verzoek sturen.  Meestal weten de student of studenten het niet, dus het kan beter zijn om dit voor hem of haar te regelen.

Geen aangifte.
Houd in uw achterhoofd dat bij toepassing van de studenten- en scholierenregeling de scholier of student ook meestal geen aangifte hoeft te doen om te veel betaalde belasting terug achteraf te krijgen. Dit betekent wel dat de student of scholier maar bij één werkgever een dergelijk formulier mag inleveren.

U kunt dit jaar (2020) gebruikmaken van scholieren en studenten nu hun bijverdiensten niet meer zijn gemaximeerd, vanwege kinderbijslag of studiefinanciering. Pas daarbij de scholieren- en studentenregeling toe.

Natuurlijk houden wij u op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen. Zeker op dit gebied is veel meer te melden. Neem contact met ons op voor informatie op maat.

doorSven van den Dungen

Houd niet te veel vermogen in privé

Over uw privévermogen betaalt u belasting in box 3. Daarom kunt u beter niet te veel vermogen privé houden, maar juist in uw bedrijf te stoppen. Hoe realiseert u dit en hoe kunt u verder de belastingdruk in box 3 beperken?

Box 3.

Over uw privévermogen betaalt u belasting in box 3. Daarbij gaat de fiscus uit van een verondersteld rendement, dat in 2021 op kan lopen naar 5.69%. Hierover betaalt u dan 31% belasting. Over het vermogen dat in uw bedrijf zit, betaalt u geen belasting, maar wel over het werkelijke rendement dat u erop haalt. Dit betekent dat u met name spaargeld beter in uw bedrijf kunt stoppen. Het rendement is immers nauwelijks meer dan nihil, terwijl u er in box 3 wel gewoon belasting over betaalt. Maar hoe realiseert u dit binnen de regels?

Omvang ondernemingsvermogen

Voor ondernemers waarvan de winst belast is in de inkomstenbelasting, is niet exact bepaald hoeveel liquiditeiten u als bedrijfsvermogen aan mag merken. Er is slechts bepaald dat duurzaam overtollige liquiditeiten verplicht naar privé moeten.

Peil datum 1 januari. De omvang van uw vermogen waarover u belasting betaalt, wordt vastgesteld op de peildatum 1 januari. Het is dus raadzaam om ervoor te zorgen dat uw privévermogen op dat moment niet te hoog is. Pas echter wel op, want als u vermogen overbrengt van privé naar de zaak of andersom en binnen drie maanden weer terug, dan volgen er sancties. Brengt u het vermogen binnen zes maanden terug, dan krijgt u nog de gelegenheid te bewijzen dat hiervoor zakelijke redenen waren, anders volgen er ook sancties.

Overige mogelijkheden

Behalve vermogen in uw bedrijf houden, kunt u ook op andere manieren uw vermogen in box 3 verminderen. Zo is het namelijk raadzaam om al geplande grotere uitgaven, zoals een nieuwe auto, verbouwingskosten, nog voor 1 januari aan te schaffen/te betalen. Zo telt het op de peildatum niet meer mee in box 3 en bespaart u dus belasting.

Aflossen hypotheek

Nog een manier om uw privévermogen te verminderen, is het geheel of gedeeltelijk aflossen van uw hypotheek. Het vermogen dat in uw eigen woning zit, telt namelijk niet mee in box 3. Houd wel rekening met eventueel te betalen boeterente, al bieden de meeste hypotheekvormen de mogelijkheid om jaarlijks een deel op de hoofdsom boetevrij af te lossen.

Schenken

Uw vermogen kunt verder nog verminderen door een bedrag te schenken aan bijv. uw kinderen. Daarbij kunt u gebruikmaken van de jaarlijkse schenkvrijstelling, die in 2020 € 5.515 bedraagt. Ook schenken onder schulderkenning is een optie waarmee uw vermogen vermindert, maar u er nog wel over blijft beschikken.

Natuurlijk houden wij u op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen. Zeker op dit gebied is veel meer te melden. Neem contact met ons op voor informatie op maat.

doorSven van den Dungen

Bewaarplicht. Wat mag u weggooien?

Het einde van het jaar nadert, tijd om een het archief in te duiken.
Wat mag opgeruimd worden en wat moet u nog bewaren?

Bewaarplicht

Als ondernemer bent u wettelijk verplicht de boeken, bescheiden en andere financiële gegevensdragers die voor de belastingheffing van belang kunnen zijn zeven jaar te bewaren (art. 52lid 4 AWR).
Hierbij kunt u onder andere denken aan de salarisadministratie, verkoopadministratie, voorraadgegevens, het grootboek en de facturen van zowel de crediteuren als de debiteuren.

Wat kunt u opruimen?

U kunt uw oude gegevens zoals hierboven vermeld, opruimen nadat het bewaringstermijn is verstreken.
Als het boekjaar van uw BV gelijk is aan het kalenderjaar, betekent dit dat u na 31 december 2020 uw administratie over 2013 en voorgaande jaren kunt opruimen.

Wat kunt u niet opruimen?

Uiteraard is het niet zo dat alle documenten wat voor de bewaarplicht bewaard was op kunt ruimen. Er kunnen namelijk bepaalde documenten tussen zitten die u verwacht in de toekomst nodig te hebben. Deze kunt u na de bewaarplicht blijven bewaren. Hierbij kunt u onder andere aan de volgende documenten denken; contracten, pensioen- en lijfrente afspraken, notulen van bestuurs- en bestuursrechtelijke handelingen, vaststellingsovereenkomsten en andere verbintenissen.

Digitale administratie

De bewaarplicht geldt niet alleen in een handmatige vorm. U kunt er ook voor kiezen om documenten digitaal te bewaren. Door de documenten digitaal te bewaren voldoet u ook aan de bewaarplicht.

Natuurlijk houden wij u op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen. Zeker op dit gebied is veel meer te melden. Neem contact met ons op voor informatie op maat.

doorSven van den Dungen

Afbouw uitstel van belastingbetaling

Het kabinet heeft onlangs bekendgemaakt dat het bijzon- der uitstel van betaling voor belastingschulden in verband met de corona crisis wordt afgebouwd. Hoe zit dat?

Einde uitstel vanaf 1 januari 2021

Zoals de zaken er nu voorstaan, stopt met ingang van 1 januari 2021 het bijzonder uitstel van betaling voor belastingen. Dit betekent dat nieuwe belastingverplichtingen vanaf die datum ook gewoon weer moeten worden voldaan. Het gaat dan allereerst om de btw over het vierde kwartaal 2020 en de verschuldigde loonheffingen over december 2020.

Let op. U krijgt dus vanaf 1 januari 2021 ook weer gewoon een boete als u de verschuldigde belasting niet op tijd betaalt.

Verlengd uitstel

Als u eerder uitstel van betaling heeft gekregen voor belastingschulden, zijn er twee mogelijkheden:

  • als u niet heeft verzocht om verlenging van dit uitstel, dan moet u vanaf het moment dat het uitstel afloopt, en dat zal dus al voor 1 januari 2021 zijn, nieuwe belastingschulden op tijd voldoen
  • heeft u wel al verzocht om verlengd uitstel van betaling, dan starten uw reguliere fiscale betalingsverplichtingen weer vanaf 1 januari 2021.

Voor 1 oktober (verlengd) uitstel aanvragen

U heeft nog tot 1 oktober 2020 de tijd om alsnog verlengd uitstel van betaling aan te vragen. Dit loopt dan voor drie maanden tot 1 januari 2021. Ook initieel uitstel van betaling kan nog uiterlijk tot 1 oktober 2020 worden aangevraagd.

Betalingsregeling voor 24 maanden

De openstaande belastingschulden die door het uitstel zijn geparkeerd, hoeven niet ineens betaald te worden. U krijgt de mogelijkheid om deze belastingschulden in de periode tot 1 januari 2023 af te lossen in 24 gelijke maandelijkse termijnen. Deze periode is aanzienlijk ruimer dan normaal (doorgaans maxi- maal twaalf maanden). Bovendien wordt er geen zekerheid gevraagd voor de schuld.

Let op. Is zelfs de termijn van 24 maanden voor uw onderneming problematisch, dan kunt u contact opnemen met de Belastingdienst voor een maatwerkoplossing.

Invorderings- en belastingrente

Om ondernemers niet ‘op kosten te jagen’, blijft de invorderingsrente tot en met 31 december 2021 gehandhaafd op 0,01%. Hierdoor heeft u voorlopig nauwelijks rentekosten op uw belasting- schulden.

Let op. De belastingrente gaat op 1 oktober 2020 wel omhoog naar 4%, voor zowel de inkomstenbelasting als de vennootschapsbelasting. > Vanaf 1 januari 2021 moet u de belastingschulden waarvoor u in verband met de corona crisis uitstel van betaling heeft gekregen, gaan afbetalen. U krijg hiervoor 24 maanden de tijd.

Natuurlijk houden wij u op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen. Zeker op dit gebied is veel meer te melden. Neem contact met ons op voor informatie op maat.

doorSven van den Dungen

Staatssecretaris schrapt plan vermogensrendementsheffing en zoekt alternatief

Het voorstel van voormalig staatssecretaris Menno Snel dat de vermogensrendementsheffing eerlijker moest maken, gaat echt van tafel. Zijn opvolger Hans Vijlbrief zoekt naar een “simpeler” tussentijds voorstel om rendement uit spaargeld en investeringen eerlijker te belasten. Ook zoekt hij naar een oplossing voor de lange termijn.

“Het voorstel dat er lag van mijn voorganger kende grote problemen”, zegt Vijlbrief. Er wordt een te groot verschil gemaakt tussen geld dat mensen over hun rendementen uit beleggingen betalen ten opzichte van wat ze over hun spaarrente betalen. Dat onderscheid zou volgens de bewindsman “juridisch heel snel kapotgeschoten zijn”, en is volgens zijn politieke oordeel ook oneerlijk.

De vermogensrendementsheffing, in de volksmond de ‘spaartaks’ genoemd, is gebaseerd op een ‘fictieve rente’ van rond de 4 procent waarover beleggers en spaarders belasting betaalden. Voor de coronacrisis waren rendementen uit beleggingen vaak hoog, terwijl de rente al jarenlang enorm laag staat. Een vermogende spaarder die amper rente krijgt over zijn spaargeld, betaalt hierover dus wel behoorlijk wat belasting.

De enige echte oplossing is om alleen het reële rendement te belasten, zegt Vijlbrief. Maar de Belastingdienst kan precieze rendementen uit investeringen niet nagaan en dus ook niet belasten. Vijlbrief gaat op zoek naar een alternatief dat kleine spaarders en beleggers “in hoge mate ontziet”. Hij overweegt serieus het bedrag waarover spaarders en beleggers geen belasting betalen “aanzienlijk te verhogen, als ik dat kan”.

Het plan dat Snel in september vorig jaar presenteerde, zou per 1 januari 2022 ingaan, omdat de Belastingdienst wat tijd nodig had om de wijziging aan te kunnen.

Natuurlijk houden wij u op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen. Zeker op dit gebied is veel meer te melden. Neem contact met ons op voor informatie op maat.

doorSven van den Dungen

Overheid stimuleert milieuvriendelijker rijden

Wegverkeer veroorzaakt ongeveer een vijfde van de uitstoot van broeikasgassen in Nederland. Een elektrische auto stoot geen broeikasgassen en stikstofdioxide uit. Daarom stimuleert de overheid elektrisch rijden. Dit staat in het Klimaatakkoord.

Subsidie voor elektrische auto

De Rijksoverheid wil elektrisch autorijden voor meer particulieren aantrekkelijk maken. Daarom kunnen particulieren subsidie aanvragen. De subsidie geldt (onder voorwaarden) voor:

  • Volledig elektrische personenauto’s in de kleinere of compacte middenklasse
  • De catalogusprijs (oorspronkelijke nieuwprijs) is niet lager dan € 12.000 en niet hoger dan € 45.000
  • Auto’s gekocht of geleased op of na 4 juni 2020
  • Nieuwe en gebruikte elektrische personenauto’s

Particulieren kunnen vanaf 1 juli 2020 de Subsidie Elektrische Personenauto’s Particulieren (SEPP) aanvragen.

1,9 miljoen elektrische auto’s opladen in 2030

Elektrische auto’s moeten worden opgeladen. Er staan in Nederland ruim 55.000 openbare laadpalen op straat en in parkeergarages. In de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) staan de acties om in 2030 1,7 miljoen laadpunten in Nederland te hebben. Er zijn dan zo’n 1,9 miljoen elektrische personenauto’s in gebruik.

Energielabel voor auto’s

Nieuwe auto’s hebben een energielabel. Op dit energielabel staat onder andere hoeveel brandstof de auto verbruikt in vergelijking met auto’s van vergelijkbare grootte.

Afspraken over alternatieve brandstoffen en energiebesparingen

De Rijksoverheid stimuleert het aanbod van milieuvriendelijke brandstoffen voor vervoer zoals biodiesel. Bijvoorbeeld met subsidie. In het Energieakkoord voor duurzame groei staan afspraken over energiebesparing en meer duurzame energie. Deze afspraken zijn gemaakt met onder andere werkgevers, vakbonden en milieuorganisaties. 

Milieuzones voor dieselauto’s

Per 1 januari 2020 gelden landelijke regels voor gemeenten met milieuzones . In milieuzones mogen gemeenten oudere dieselauto’s, vrachtwagens en bussen weren die veel luchtvervuiling veroorzaken. Gemeenten hadden tot 1 januari 2020 hun eigen regels voor milieuzones. Van 1 januari tot 29 oktober 2020 passen zij deze aan naar de landelijke regels.

Volgens de landelijke regels per 1 januari 2020 bepaalt de emissieklasse van uw dieselauto, vrachtwagen of bus of u een milieuzone in mag rijden. Dieselauto’s met emissieklasse 3 mogen alleen een gele milieuzone inrijden. Deze auto’s zijn in 2020 maximaal 20 jaar oud. Diesels met emissieklasse 4 en hoger mogen een groene zone inrijden. Deze auto’s, vrachtwagens of bussen zijn in 2020 maximaal 15 jaar oud. 

Natuurlijk houden wij u op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen. Zeker op dit gebied is veel meer te melden. Neem contact met ons op voor informatie op maat.

doorSven van den Dungen

Ontslag per juni mogelijk bij nieuwe NOW-regeling

Bedrijven die gebruikmaken van de NOW-regeling om een tegemoetkoming in de loonkosten van werknemers te krijgen, mogen vanaf juni werknemers ontslaan.

Boete verdwijnt

Bedrijven die nu van de NOW-regeling gebruikmaken, mogen hun werknemers niet om bedrijfseconomische redenen ontslaan. Doen zij dat wel, dan volgt een correctie op de NOW-subsidie middels een boete. Die boete verdwijnt dus in het tweede steunpakket dat er per juni aan zit te komen. Volgens Koolmees zal het grootste deel van het steunpakket worden verlengd, maar het is nog onduidelijke welke voorwaarden daaraan worden verbonden. Het kabinet zal dit pakket binnen nu en twee weken bekendmaken, aldus de minister.

Extra voorwaarden nieuwe NOW

Volgens Koolmees kent de verlengde NOW-regeling, naast dat de eerdergenoemde boete verdwijnt, ook nog extra voorwaarden. Zo mogen er geen winstuitkeringen aan aandeelhouders plaatsvinden, mag er geen dividend worden uitgekeerd en mogen geen eigen aandelen worden ingekocht. Deze voorwaarden worden nu ook al toegepast bij concerns met minder dan 20% omzetverlies, waarbij een van de bv’s een beroep op de NOW-regeling wil doen.

Omscholing

Ook bekijkt het kabinet nog of er al dan niet verplichte omscholingsmaatregelen aan de verlengde NOW-regeling kunnen worden verbonden. Op die manier hoopt men dat werknemers die na de crisis binnen de eigen bedrijfstak nauwelijks meer aan het werk komen, een alternatief kunnen vinden.

Huidige NOW-regeling

De huidige NOW-regeling kan tot en met 31 mei worden aangevraagd en vergoedt tot maximaal 90% van de loonkosten van bedrijven die minstens 20% omzetverlies hebben. Het omzetverlies wordt bepaald op basis van 25% van de omzet van 2019. Dit moet worden vergeleken met de omzet in de periode maart t/m mei 2020. Werkgevers kunnen echter ook kiezen voor een periode die één of twee maanden later start. Als een bedrijf een werknemer ontslaat, terwijl het bedrijf aanspraak maakt op de NOW-regeling wordt de tegemoetkoming verminderd door 150% van het loon van de ontslagen werknemer in mindering op de loonsom te brengen.

Natuurlijk houden wij u op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen. Zeker op dit gebied is veel meer te melden. Neem contact met ons op voor informatie op maat.

doorSven van den Dungen

Vaststellingsdatum NOW-regeling verschoven naar 7 oktober

Vanwege de verlenging van de wekentermijn voor het tweede aanvraagtijdvak van de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW-regeling) is de vaststellingsdatum verschoven naar 7 oktober.

Dat heeft het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bekendgemaakt. “Inmiddels is duidelijk dat het, mede gelet op de verlenging van de NOW-regeling met een tweede aanvraagtijdvak, niet mogelijk is om eerder dan 7 oktober 2020 verzoeken om subsidievaststelling in behandeling te nemen (18 weken later dan 1 juni). Daarom wordt geregeld dat een werkgever een aanvraag om subsidievaststelling kan doen na 6 oktober 2020. De indieningstermijn van 24 weken voor de aanvraag begint vanaf die datum te lopen. De werkgevers waarvoor geldt dat hun omzettijdvak per 31 mei of 30 juni eindigde, krijgen dan ook langer de tijd om een aanvraag om vaststelling van subsidie voor te bereiden”, aldus minister Koolmees.

Vooralsnog is uitgegaan van een termijn van 24 weken waarbinnen een werkgever een verzoek om vaststelling van de subsidie moet doen en waarbinnen ook de accountantsverklaring moet zijn verstrekt. In de regeling wordt de termijn voor vaststelling verlengd naar 38 weken voor aanvragen waarvoor een verklaring van een accountant wordt meegestuurd.

Minister Koolmees: “Ten eerste zullen de accountants naar verwachting de komende periode op basis van de huidige stand en rekening houdend met de hiervoor geformuleerde drempelbedragen grote aantallen verklaringen moeten afgeven. Ten tweede zorgt de verlenging van de termijn ervoor dat deze controle ook mogelijk in de reguliere jaarrekeningcontrole kan meelopen, hetgeen efficiënter en effectiever is. Voor andere werkgevers blijft wel gewoon de 24 weken termijn gelden.”

Nieuwe mogelijkheden

In de derde wijziging van de NOW-regeling zijn er twee nieuwe mogelijkheden voor aanvragers van een tegemoetkoming op grond van de NOW-regeling: de mogelijkheid om voor de berekening van de loonsom ook te kijken naar de maanden maart, april en mei en de mogelijkheid om bij een overgang van onderneming de omzet op een afwijkende manier te bepalen. Hierdoor kunnen werkgevers die in eerste instantie niet in aanmerking kwamen voor een tegemoetkoming op grond van de NOW-regeling mogelijk alsnog succesvol een aanvraag doen.

Hierom wordt het aanvraagtijdvak voor de eerste tranche van de NOW-regeling langer opengesteld: tot en met 5 juni 2020. De hiervoor genoemde nieuwe mogelijkheden voor aanvragers werken overigens terug tot de datum van de brief van 20 mei waarin deze wijzigingen aan de Tweede Kamer zijn aangekondigd. Werkgevers konden dan ook vanaf dat moment een beroep doen op deze mogelijkheden. Ook werkgevers die meenden eerder geen recht te hebben op een tegemoetkoming op grond van de NOW-regeling hebben door de verruiming van het aanvraagtijdvak voldoende tijd om alsnog een aanvraag in te dienen.

Natuurlijk houden wij u op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen. Zeker op dit gebied is veel meer te melden. Neem contact met ons op voor informatie op maat.

doorSven van den Dungen

Aanpassing NOW-regeling op 4 punten

De NOW-regeling is op een aantal punten opnieuw aangepast. Het betreft aanpassingen in het buitenlandse rekeningnummer, openbaarmaking van gegevens, verduidelijking ten aanzien van de personeels-bv en melding loonkostensubsidie.

NOW-regeling

De NOW-regeling vergoedt tot 90% van de loonkosten van bedrijven die minstens 20% omzetverlies hebben. Het omzetverlies wordt bepaald op basis van 25% van de omzet van 2019. Dit moet worden vergeleken met de omzet in de periode maart tot en met mei 2020. Werkgevers kunnen echter ook kiezen voor een periode die een of twee maanden later start.

Nederlandse bankrekening niet meer vereist

Een van de aanpassingen betreft de eis dat het bedrijf dat de NOW aanvraagt, over een Nederlands bankrekeningnummer moet beschikken. Deze eis vervalt, omdat dit in de praktijk soms tot forse moeilijkheden leidt. Werkgevers met een niet-Nederlands SEPA-bankrekeningnummer hoeven dus niet langer een Nederlands bankrekeningnummer aan te leveren.

Akkoord met openbaarmaking

Degene die de NOW aanvraagt, gaat ook automatisch akkoord met en eventuele openbaarmaking van gegevens inzake de NOW-aanvraag in het kader van de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB). Bepaalde informatie waarover het UWV beschikt kan in het kader van de subsidieaanvraag echter concurrentiegevoelig zijn. Daarom is ervoor gekozen om de automatische instemming alleen te laten gelden voor een aantal gegevens die voor transparantie over de besteding van publieke middelen het meest van belang zijn, maar geen bedrijfsgevoelige informatie prijsgeven.

Personeels-BV binnen concern

Verduidelijkt is dat personeels-bv’s binnen een concern zelf geen beroep op de NOW kunnen doen. Andere bv’s binnen het concern hebben deze mogelijkheid wel.

Geen melding loonkostnsubsidie

Werkgevers die de NOW aanvragen en ook recht hebben op de loonkostensubsidie voor werknemers met een arbeidsbeperking, hoeven deze subsidie niet met de NOW te verrekenen. Daarom is melding van de toekenning van de NOW-subsidie aan de gemeente niet meer nodig. Let op! Het is nog niet bekend vanaf welke grens qua omzet een accountantsverklaring vereist zal zijn.

Natuurlijk houden wij u op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen. Zeker op dit gebied is veel meer te melden. Neem contact met ons op voor informatie op maat.

doorSven van den Dungen

De regeling Werktijdverkorting (wtv) is stopgezet als ‘corona-maatregel’. Welke maatregel komt daarvoor in de plaats?

Het kabinet introduceert de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging ten behoeve van behoud van Werkgelegenheid (NOW).

Waarom is de regeling werktijdverkorting (wtv) gestopt als maatregel?

  • De uitbraak van het coronavirus heeft de afgelopen weken geleid tot een ongekend groot beroep op de regeling Werktijdverkorting voor werkgevers.
  • Deze regeling is niet toegesneden op de ingrijpende gevolgen van de corona-uitbraak voor Nederlandse bedrijven en organisaties. Daarom is de wtv ingetrokken.
  • Het kabinet wil graag meer werkgevers financieel tegemoetkomen en wil dit sneller doen dan binnen de ingetrokken wtv-regeling. Het kabinet doet dit via de nieuwe tegemoetkomingsregeling.

Hoe lang blijft mijn lopende Werktijdverkorting van kracht? En als ik moet verlengen, hoe werkt dat dan als er ondertussen een andere regeling is?

Als u al een toekenning heeft gekregen voor werktijdverkorting, dan blijft deze vergunning van kracht. Als u gebruik maakt van de vergunning voor werktijdverkorting en na afloop daarvan verlenging wilt, moet u gebruik maken van de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging ten behoeve van behoud van Werkgelegenheid (NOW).

Ik heb Werktijdverkorting aangevraagd via de website die daarvoor is, maar heb nog geen antwoord gehad. Moet ik dat afwachten, moet ik zelf iets doen, hoe gaat het verder?

U krijgt hierover bericht. Uw aanvraag voor de ingetrokken wtv-regeling wordt beschouwd als een aanvraag voor de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging ten behoeve van behoud van Werkgelegenheid (NOW). Wel zal bij u aanvullende informatie opgevraagd worden.

Wat houdt de nieuwe, tijdelijke NOW-regeling voor tegemoetkoming van de loonkosten in?

Werkgevers kunnen een aanvraag indienen voor een substantiële tegemoetkoming in de loonkosten, en hiervoor van UWV een voorschot ontvangen. Hiermee kunnen zij werknemers met een vast en met een flexibel contract gewoon doorbetalen. De werkgever kan de tegemoetkoming in ieder geval voor 3 maanden aanvragen, met de mogelijkheid tot verlenging (eventueel onder andere voorwaarden) met nog eens 3 maanden.

Welke voorwaarden gelden om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de loonkosten via de NOW-noodmaatregel?

Bij de aanvraag verplicht de werkgever zich vooraf dat hij géén ontslag op grond van bedrijfseconomische redenen aanvraagt voor zijn werknemers gedurende de periode waarover de tegemoetkoming wordt ontvangen. De aanvrager verwacht tenminste 20% verwacht omzetverlies. De aanvraag geldt voor een periode van 3 maanden, die eenmalig verlengd kan worden met nog eens 3 maanden (aan de verlenging kunnen nadere voorwaarden worden gesteld). De regeling ziet op omzetdalingen vanaf 1 maart 2020. De hoogte van de tegemoetkoming in de loonkosten is afhankelijk van de terugval in omzet, maximaal 90% van de loonsom.

Natuurlijk houden wij u op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen. Zeker op dit gebied is veel meer te melden. Neem contact met ons op voor informatie op maat.